De economische oorlog van de VS tegen China ontspoort en dreigt de EU mee te sleuren. In de VS klinkt de roep om totale economische ontkoppeling van China. Het Europese grootkapitaal bezint zich over zijn economische relaties met China. Twee belangrijke instellingen hebben zich recentelijk over de kwestie gebogen: Onderzoeksinstelling Rhodium Group en bank Natixis.
Natixis ontleedt de omvang en evolutie van de economische relaties en ziet met uitzondering van de auto-industrie weinig directe vooruitzichten op grotere Europese uitvoer of nieuwe investeringsmogelijkheden. De Rhodium Group bekijkt de relaties vanuit de nationale veiligheid en roept op tot maatregelen om de risico’s te beperken zonder de kip met de gouden eieren te slachten.
EU-China:Where do we stand?
De grote Franse bank Natixis onderzoekt de handels- een investeringsrelaties onder de titel ‘EU-China: Where do we stand?’.
Meest opvallend is de grote stijging van de handel sinds de toetreding van China tot WTO einde 2001. Het aandeel van de handel met China in het totaal van de EU steeg van 5% naar 15%. Het handelstekort van de EU met China steeg van 0,5% van het EU-bnp in 2000 tot 1,18% in 2018.
Daarbij veranderde de aard van de handel in goederen sterk. Chinezen werden rijker en China klom op de technologische ladder.
Meer toegevoegde waarde op goederen in China
In de periode 95-2000 waren de belangrijkste Europese uitvoerproducten naar China telecommunicatiemateriaal, machines voor specifieke nijverheden, vliegtuigen, textiel- en lederbewerkingsmachines en nog een rits andere machines en toestellen. In 2018 stonden auto’s op kop, gevolgd door vliegtuigen en -onderdelen, auto-onderdelen, geneesmiddelen, meetapparatuur, nog meer machines en als laatste in de top tien goud en olie(!)
China leverde in 1995-2000 de EU vooral kinderwagens, data verwerkende machines (computers?), confectie, handtassen, telecom apparatuur, schoenen, dameskledij, radio’s, machineonderdelen en diverse apparaten. In 2018 stond in de top tien telecom materiaal, data verwerkende machines, elektrische en huishoudmachines enz. Kinderwagens waren op drie gezakt, confectie op zeven en schoenen op acht.
Wanneer we naar de binnenlandse toegevoegde waarde van de uitvoer kijken, dan blijft die voor de EU over de hele periode schommelen tussen 85 en 90%.De binnenlandse toegevoegde waarde van wat China uitvoert stijgt echter van 73 naar 83%. China beent de EU dus snel bij.
Het aandeel van de EU-28 in de totale werelduitvoer daalde tussen 1995 en 2018 van 48 naar 35% terwijl dat van China steeg van 4 naar 16%. Het belang van de EU in de wereldwijde leverketens daalt dus terwijl dat van China stijgt.
Handel in diensten blijft relatief klein
Wanneer we naar de handel in diensten kijken (financiële diensten, toerisme enz.) dan evolueert China weinig. Het aandeel van uitvoer van diensten blijft de hele periode steken op 5% van het bnp. Vergelijk dit met de uitvoer van goederen die meer dan 30% bedraagt en net voor de financiële crisis van 2008 piekte op 55%.
De EU daarentegen zag zijn uitvoer van diensten stijgen van 10% tot bijna 25% van het bnp. Dit moet enigszins gerelativeerd, want iets meer dan de helft was intracommunautaire uitvoer. Overigens is de uitvoer van diensten voor de VS als aandeel van het bnp vergelijkbaar met dat van China.
De EU heeft een overschot op de handelsbalans voor diensten met China maar het bedraagt slechts 9% het tekort op goederen. China is slechts de derde klant voor diensten van de EU. De EU is de eerste klant voor diensten uit China.
Chinees economisch model stoort Europa
Volgens Natixis, dat hiermee zonder harde feiten de Europese Unie napraat, is de grootste rem op meer Europese uitvoer het economisch model van China. De Chinese overheid grijpt in op de prijzen; staatsbedrijven hebben privileges; en op de Chinese markt bestaan oligopolies (enkele bedrijven domineren een markt) die toelaten in eigen land extra winst te boeken zodat men elders heel lage prijzen kan aanbieden.
Natixis stelt ook de vraag wat we mogen verwachten. Wat meer uitvoer van goederen naar China betreft, niet veel. De eerste fase van het handelsverdrag tussen de VS en China gaat een deel van de Chinese vraag afleiden naar de VS. En het nieuw gelanceerde ‘dual circulation’ model streeft naar zelfredzaamheid, waarvan invoersubstitutie een onderdeel is.
De uitvoer van diensten naar China zal ook geen hoge vlucht nemen. Het aantal Chinese toeristen zal beperkt blijven De opening van de Chinese financiële sector betekent dat buitenlandse investeringen gemakkelijker worden, maar niet dat financiële dienstverlening met open armen ontvangen wordt Als er zoals te voorzien valt Europese beperkingen op de handel in bepaalde goederen komen, dan heeft dat ook invloed op ermee verbonden diensten. En de schrik voor het weglekken van Europese knowhow zal de handel in technologische diensten afremmen.
Autosector speerpunt van EU- investeringen
Wanneer we de buitenlandse investeringen in China bekijken, dan komt de EU als tweede, na Hongkong maar voor Japan, de VS en Taiwan. In absolute cijfers kregen die investeringen een klap tijdens de financiële crisis en ze hebben zich nog steeds niet volledig hersteld. Het aandeel van Hongkong stijgt voortdurend en bedraagt in 2018 al 14% terwijl de EU daalde van 8 naar 5%.
De Europese investeringen in China zitten vooral (voor 40%) in fabrieken. De (Duitse) autosector is de grootste investeerder met bijna 20% van het totaal. Geneesmiddelen en machinebouw tekenen voor 10%.
Chinese investeringen in EU-industrie
De Chinese investeringen in de EU zijn beginnen stijgen in 2013 en bereikten een piek in 2016. In 2017 begon een daling maar het Natixis rapport geeft geen latere cijfers. In recente jaren komen tussen 30 en 60% (in waarde) van die investeringen van Chinese staatsbedrijven. De (grote) meerderheid van de Chinese buitenlandse investeringen in de industrie kwamen in 2018 en 2019 naar de EU.
Investeringsverdrag?
De Europese mechanismen om te screenen of een Chinese investering veilig is, zijn nog erg laks vergeleken met de versterkte Amerikaanse controle. Maar de Europese Commissie werkt aan nieuwe middelen om ongewenste Chinese investeringen af te houden. Het is onduidelijk hoe die kunnen passen in het EU-China investeringsverdrag dat onderhandeld wordt.
Natixis verwacht niet veel van een eventueel Eu-China investeringsverdrag. De Europese eisen tot minder staatsinmenging betekenen het opgeven door China van zijn economisch model, en dat zal niet gebeuren. Indien er toch een compromis komt dan zal het zijn omdat Duitsland toegevingen wil doen als zijn autonijverheid er maar van profiteert.
Exploring a ‘Green list’ for EU-China Economic Relations
Bijna gelijktijdig met Natixis komt de Rhodium Group uit met een studie ‘Exploring a ‘Green List’ for EU-China Economic Relations’ gemaakt in opdracht van de Bertelsmann Stiftung. De Rhodium Group is een Amerikaanse economische onderzoeksinstelling. De Bertelsmann Stiftung behartigt de belangen van de familie Bertelsmann in het gelijknamige mediaconcern, maar steunt ook projecten.
De ‘Green list’ gaat ondanks de verwarrende naam niet over milieuvriendelijke of klimaatvriendelijke projecten. Het doel van de studie is uit te maken welke economische relaties met China voordelig en veilig zijn voor de EU en hoeveel men het aandeel daarvan door gepaste maatregelen kan verhogen. Deze voordelige en veilige relaties vormen de ‘Groene lijst’.
Handel relatief veilig
Het goede nieuws volgens Rhodium is dat de meeste handelsrelaties met China niet op de schop moeten. Van de EU- uitvoer naar China in 2019 is 56% volledig safe. En daarbij horen gelukkig de belangrijke uitvoerproducten zoals voertuigen en onderdelen, voedsel en drank, luxegoederen en de meest machines. Van de uit China ingevoerde producten staat 83% op de ‘groene lijst’.
Welke criteria Rhodium gebruikt om de opdeling te maken beschrijft het niet in de voorstelling van het rapport. Dat doet het evenmin voor de opdeling van de buitenlandse investeringen.
Maatregelen voor risicobeperking bij investeringen gewenst
Van de Chinese investeringen in de EU zou 46% problematisch kunnen zijn, en hetzelfde geldt voor 32% van de Europese investeringen in China. Potentieel gevaarlijke sectoren zijn gevoelige individuele data, kritische infrastructuur en geavanceerde rekentechnologieën. Rhodium erkent dat hun opdeling niet absoluut is en er andere beoordelingscriteria mogelijk zijn.
Het stelt dat het mogelijk is de ‘Groene lijst’ aanzienlijk langer te maken door maatregelen te nemen om het risico te beperken. Het geeft de EU de raad om na te denken over haalbare maatregelen om de risico’s te beperken zodanig dat zoveel mogelijk voordelige economische relaties met China kunnen verder gaan.
Pleidooi voor een front met de VS
Verder roept het de EU op tot een grondig debat over de nationale veiligheid. Op dit ogenblik is binnen de EU geen consensus over welke economische sectoren risico’s kunnen inhouden voor de nationale veiligheid.
Een diepere analyse is nodig voor sommige nieuwe technologieën voor dubbel gebruik – civiel en militair. De evolutie gaat hier zo snel dat een soepele dynamische aanpak nodig is.
Tot slot geeft Rhodium de raad te overleggen met andere OESO-landen om zoveel mogelijk eensgezind te kunnen optreden tegen China.
Bronnen: Nieuwsbrief Natixis Asia, https://rhg.com/research/green-list/